Controlepunten
BRAVOK helpt je om elke keer veilig deel te kunnen nemen aan het verkeer. Dat begint natuurlijk met een motorfiets die technisch in goede staat is. BRAVOK is bedacht als technische controle om nog voor vertrek je motorfiets na te lopen. De B staat voor banden en brandstof, de R staat voor remmen, de A is van de accu, de V van de verlichting en vering, de O van olie en de K – tot slot – slaat op de ketting en koeling. Zie daar: BRAVOK.
B: banden en brandstof
Banden mogen niet uitgedroogd zijn of scheuren hebben. Net zo belangrijk is een juiste bandenspanning. Die kan – helemaal als de motor wat langer stilstaat – teruglopen. De voorband heeft een gemiddelde spanning van 2,5 bar en achter is dat 2,9 bar. In het boekje van je motorfiets staat de ideale bandenspanning voor jouw machine.
Voor grip op de weg en genoeg capaciteit om regenwater af te voeren is voldoende bandenprofiel essentieel. Voor een motorfiets geldt een wettelijk minimum van 1 mm, al kun je de banden beter al bij 2 mm profieldiepte vervangen. Controleer je banden ook op spijkers, schroeven en glas en kijk met regelmaat of het ventieldopje nog aanwezig is. Het ventieldopje zorgt ervoor dat het ventiel roestvrij blijft en dat vocht en vuil niet kunnen binnendringen. Staat je machine vaak langer stil, dan kan je hem beter met volle tank in de garage parkeren. Dit voorkomt condensvorming in de benzinetank en daarmee water in de brandstof. Water zakt naar beneden in de tank door het hogere soortelijk gewicht. Na lange stilstand zal de motor daardoor moeilijk aanslaan.
R: remmen
Het remsysteem van je motorfiets moet in topconditie zijn. Het is cruciaal om veilig deel te kunnen nemen aan het verkeer. Controleer voor vertrek of er vet of olie op de remschijven zit. Zo ja, haal dit dan weg met keukenrolpapier of, nog beter, met remreiniger. De remschijven moeten ook gelijkmatig slijten. Zitten er geen scheuren in? En zijn de remblokken nog voldoende dik? Zo ja, dan kun je veilig op pad. Als je na het starten het ABS-lampje ziet oplichten en dit gaat uit na een snelheid van ongeveer 10 km/u, dan weet je ook dat het ABS-systeem actief is. Controleer ook de niveaus van de remvloeistofreservoirs van de voorrem en achterrem. Geen zorgen als je een luchtbel ziet, dat mag. Maar het niveau mag niet onder het minimum staan. Dan bestaat de kans dat er lucht in de leidingen komt en dat vermindert de remwerking. Check ook de remleidingen op beschadigingen of haarscheurtjes in de rubberen delen daarvan.
A: accu
Moderne motorfietsen hebben een haast onderhoudsvrije accu, maar het is wel belangrijk om dit onderdeel regelmatig te controleren. Zijn de accupolen nog mooi schoon? Het kan voorkomen dat accupolen oxideren, er ontstaat dan zogeheten bloemkoolvorming. Oxidatie kan voorkomen worden door de polen van de accu in te vetten met zuurvrije vaseline.
V: vering en verlichting
De vering van je motorfiets moet schoon zijn en geen lekkages vertonen. Je kunt dit eenvoudig controleren bij de voorvork. Druk de motor in de vering en laat hem weer omhoogkomen. Zie je olie rondom de oliekeringen, dan is er sprake van een lekkage. Controleer de voorvork en achtervering ook op roestvorming. Een beetje mag, maar overtollig roest heb je liever niet. Bij sommige motorfietsen is de achtervering ook instelbaar. Ga je rijden met bagage of een passagier, dan kun je de achtervering beter wat stugger afstellen. Kijk in het instructieboekje van je motorfiets hoe dat moet. Onder de V valt ook de verlichting. Die moet natuurlijk goed werken. Loop voor vertrek alle lichten na. Controleer ook of het remlicht reageert op zowel de voetrem als de remhendel op het stuur.
O: olie
Olie vormt het bloed van je machine. Een gezonde motorfiets heeft heldere, haast goudgele olie. De vuldop fungeert bij menig motorfiets als peilstok. Sommige hebben een kijkglaasje onderin het blok. Het peilen van de olie doe je als de motor recht staat. Heb je geen bok, dan vraag je even hulp aan iemand. Het controleren van het olieniveau doe je het beste als de motor nog koud is, alle olie zit dan nog onderin het carter. De olie met een warme motor controleren kan ook, alleen wacht dan even vijf minuten tot alle olie weer in het carter is gelopen. Is de olie te donker, dan kun je de olie beter even verversen.
K: ketting en koeling
De speling van een ketting moet 2 tot ongeveer 3 centimeter zijn. Je kunt dit opmeten aan de onderkant in het midden tussen het tandwiel voor- en achter. De kettingspanning controleer je idealiter elke 500 kilometer. Voelen de tandwielen wat scherp aan, dan vervang je tegelijkertijd de ketting en de tandwielen. Wie minder vaak rijdt, zorgt er vooral voor dat de ketting schoon is en goed is ingevet. Zo gaat de ketting langer mee.
De K staat ook voor koeling. We doelen in dit geval op de koelvloeistof. Die moet op peil zijn. Het expansievat is altijd goed bereikbaar bij een motorfiets en geeft het koelvloeistofniveau aan. Controleer het koelvloeistofpeil alleen als de motor koud is, want de vloeistof zet uit als deze warm wordt. Het is dus niet erg als het peil net onder het minimum staat, want tijdens het rijden zet de vloeistof uit. Een goed functionerende radiator is ook belangrijk. Maak die dus voor vertrek goed schoon en controleer hem op beschadigingen, bijvoorbeeld veroorzaakt door steenslag. Maak de radiator bij voorkeur via de achterkant schoon met zacht stromend water, want zo loopt het vuil er aan de voorkant weer uit. Wees voorzichtig met de lamellen.
Alle letters uitgelegd
En zie daar: BRAVOK. Je weet nu waar alle letters voor staan. En je weet ook dat je voor vertrek je motorfiets even moet nalopen. Een zogeheten technische controle. Is alles in orde, dan kun je weer gaan genieten, want wat blijft motorrijden toch een leuke bezigheid.